Ontspannen tijdens Duende

in between griefSterrenstof
De combinatie van Vrije Geluiden en Boeken vind ik zelf een erg fijne invulling van de zondagmorgen.  Zo ook nu. En de muziekkeuze bij het item over Vince Mendoza overvalt me gelijk als uiterst prettig.
Vorige week zondag ben ik na een klein stukje Het zit m in de genen  naar de sauna vertrokken omdat iets me voorhield dat dat voor de maandag van B zeggen  de beste dagbesteding  zou zijn. Dat bleek later een extra goede keuze in between days of grieving and worrying.

Ik had de nacht op de bank doorgebracht, gelukkig wel slapend, maar de crematie de avond ervoor van mijn nicht van 51 spookte teveel door mijn gevoel om het zonder achtergrond-TV te kunnen redden.

Lees de rest van dit artikel »


Vervreemding (30)

80 deuren verder - nr 30 - 11 aug 2011 Somebody That I Used To Know  Een bericht op Facebook van mijn nichtje, eindigend met “ik hou van jou”. Kostbaar en dierbaar begin van de dag. Dat er in hetzelfde bericht staat ‘Wij zijn vandaag het anker kwijtgeraakt’, baarde me even zorgen. Dat lijkt me in eerste instantie zo ongeveer het ergste wat je kan overkomen op volle zee maar dan realiseer ik me dat averij maken, motor uitval op zee, een kapot roer  of kapseizen nog veel erger konsekwenties kan hebben dan tijdelijk niet meer kunnen ankeren. Eenmaal in veilige haven, kun je een anker weer kopen, in tegenstelling tot onvoorwaardelijke liefde.

Lees de rest van dit artikel »


Verlies van een Kind

For crying out loud

24 mei, 08:40

Vrijdag 22 mei sta ik bij de Vivant met drie kaarten in mijn hand die postzegels behoeven, om een vierde uit te zoeken. De eerste twee zijn felicitatie kaarten voor twee cliënten met hun nieuwgeboren dochters, de derde is een beterschapskaart voor mijn ex-schoonvader en de kaart waarmee ik zachtjes huilend in mijn hand sta, is voor de ouders en zusje van een klasgenoot van mijn zoon die aan het overlijden is. Diezelfde vrijdag zal ik ook een email in mijn bus vinden met de uitnodiging om de viering van een 8 jarige liefdesrelatie op 8.8. ceremonieel te gaan begeleiden. Het leven in een notendop.
Ik verdom het om de kaart al te kopen, hij is nog niet officieel overleden, en zet hem terug, om de volgende ochtend met mijn zoon terug te keren die zonder overleg dezelfde kaart uitkiest.

Vrijdagavond zijn we met een groep jonge mensen en ouders bij elkaar op wat anders een normale atletiektraining zou zijn geweest, om de toedracht te horen van de krankzinnige samenloop van omstandigheden waardoor hun vriend, klasgenoot en maatje overleden is. En om samen te huilen en stil te zijn van verbijstering maar ook zachtjes en vastberaden te glimlachen over hoe zijn herinnering passend in leven gehouden zal worden bij een sponsor loop voor een goed doel die hij zelf al aan het plannen was.

Uitgesproken wordt wat enkelen al weten: Hij zal vandaag zijn organen doneren, en sommige van de volwassenen zeggen onder de indruk: “Ík heb nog geeneens dat codicil ingevuld.” Dan zegt mijn zoon: “Hij wilde dat al vanaf zijn 6e. Het wordt even nóg stiller.

Ik merk dat ik geen einde kan breien aan dit stukje omdat ik zijn einde nog niet heb kunnen accepteren.

Dag lieve Mark! Ik wens en ik denk dat je meekrijgt hoeveel er van je gehouden wordt!
Veel kracht en troost voor Niki,Ben,Ellen en iedereen die van Mark houdt en hem zal missen!


Om de Dooie Dood Niet!

Posted on oktober 11, 2009 by Carolien Geurtsen

Utrecht 1984, H. de zus van mijn vriend, is net terug uit Italië en heeft haar ex Remo ook gezien. Deze keer geen vrolijke vakantieverhalen. Ze was onder de indruk van hoe slecht het met hem leek te gaan, ongelukkig en uitgeblust, alle veerkracht weg: ‘Hij lijkt wel 10 jaar ouder’, zegt ze, ‘en hij drinkt vaak en veel.’

Remo’s vader heeft onlangs MS gekregen en zit al in een rolstoel. Als oudste van het gezin geeft hij zijn studie eraan en zijn geplande toekomst op, om voor het gezin te gaan zorgen waarvan de vader nu door zijn ziekte als kostwinner weggevallen is. Net als zoveel jongeren overal ter wereld die daar de kans voor hebben en die door de week hard en monotoon werk doen, gaat hij ieder weekend stappen en stevig drinken.
H. vertelt ons later dat ze toen ze hem voor het laatst zag, wegrijdend na een gesprek in de kroeg, bezorgd was over zijn drankgebruik en rijstijl, roekeloos haast. Ze heeft nu een innige relatie met Meo, een vroegere vriend van Rem en ze lijkt zich verscheurd te voelen tussen blijdschap over haar nieuwe vlam en medeleven met haar oude liefde en zijn familie die haar nog steeds na aan het hart ligt.
Een dag later komt ze haar broer en mij ontzet vertellen dat Rem zichzelf doodgereden heeft. Met zijn broer en nog twee vrienden waren ze met een stel anderen ’s nachts na het stappen door de bergen naar huis toe geracet om onderweg om het hardst rotondes te nemen. Rem was uit de bocht gevlogen en tegen de vangrail geknald. Hij was uitgestapt, had gevraagd hoe het met iedereen was, nog even gecheckt of de radio het nog deed om vervolgens in elkaar te zakken: dood.
Wij ontzet, H verslagen, familie en vrienden wanhopig.

Twee weken later zijn Remo’s broer Romelo en zijn twee vrienden, allen medepassagiers bij het ongeluk, in een nieuwe auto onderweg naar Nederland; wegvluchtend naar het Mekka van softdrugs en hopend daarmee vergetelheid te vinden voor de nachtmerrie waar ze zich sinds 14 dagen in bevinden.
Ik lig in mijn bed op mijn eigen slaapkamer, F in het zijne, ons samenwonen bevalt zo het best : alleen bij elkaar slapen wanneer we echt bij elkaar willen zijn, en vannacht is dat niet het geval.
Ik word wakker door een stem, het lijkt verdomme die van Rem wel. Boos check ik of ik nog slaap en droom of dat iemand mij – geheel ongepast – in de zijk neemt.
Op dat moment ben ik 27, heb sinds mijn 6e redelijk wat ervaring met helderziende en bewuste dromen maar met zoiets als dit: een overledene die tot mij spreekt – nog niet ,en ik vertrouw het  dan ook niet als de stem me vraagt toch alsjeblieft op te letten omdat hij een boodschap heeft voor de 3 jonge mannen die onderweg zijn. En voor H. naar later blijkt trouwens ook.
Op mij komt ‘t allemaal niet zo geloofwaardig over en ik beloof het meer om eraf te zijn dan dat ik er het belang van inzie, al is er een langzaam groeiend besef van dat dit geen droom is maar iets heel authentieks en er dus misschien wel iets bijzonders aan de hand is. De volgende dag zullen de mannen komen eten en tot op het laatst twijfel ik of ik erover zal beginnen.

Het is een terneergeslagen zooitje ongeregeld wat binnenkomt en zich lijkt te warmen aan de wijn, de sfeer en ons gezelschap, met de neuzen richting stad om later op de avond sterker spul te gaan scoren. Toch blijven ze plakken en pas bij de koffie breng ik mijn ervaring aarzelend ter sprake. Als ze heel happig zijn om meer te horen, vertel ik ze ieder de drie vier zinnen die aan hen persoonlijk gericht zijn. Stuk voor stuk zijn ze ervan ondersteboven, ontroerd, geraakt en opgelucht. Het lijkt ze allemaal iets te brengen van verlossing. Voor mij en F. is het bizar om de impact te zien en hoe iedereen ervan opknapt.

Het blijkt dat Remo’s jongere broer veel wroeging heeft: hij heeft zijn broer verwenst ertussenuit geknepen te zijn: Hij moet nu voor de familie zorgen. Voor een van zijn twee vrienden was dit ongeluk al een derde met dodelijke afloop in een jaar geweest waardoor hij ervan overtuigd was geraakt dat hij ‘bad karma’ had en het over ieder van die mensen afgeroepen had dat ze nu dood waren en Remo’s dood dus ook zijn schuld was. Om diezelfde reden was hij ook met veel moeite de auto naar Nederland ingestapt. Grote kans dat een van zijn medepassagiers het door zijn aanwezigheid niet zou overleven.
De aan hem gerichte boodschap, en trouwens gedeeltelijk de overall inhoud, was dat Remo behoorlijk bewust met zijn leven gespeeld had; het niemand anders schuld was dan  zijn eigen, én hij het derhalve logisch vond dat zijn broer hem verwenste. Hij had nog toegevoegd dat iedereen lekker door moest gaan met ademhalen en leven en alles voor iedereen beter zou gaan binnen korte tijd maar vooral dat hij vrede had gevonden in de dood.

Toen vertelde H. dat Remo haar geluk toe had gewenst met haar nieuwe vriend Meo en vertelde dat ze er goed aan gedaan had het met hemzelf uit te maken – dat hun laatste gesprek in de kroeg haar het gevoel had gegeven of Remo afscheid aan het nemen was. Hij vroeg vergeving voor allerlei van zijn gedrag tijdens hun relatie. Ze had er een unheimisch gevoel bij gehad en hem ook gevraagd of hij soms van plan was weg te gaan.

Al met al een bijzondere ervaring, toen nog uniek in mijn soort, die uiteindelijk in al zijn eenvoud heling bracht voor alle betrokkenen, met als bizar hoogtepunt dat de vader een week na terugkeer van de jonge mannen uit zijn rolstoel stapte en na enig vallen en opstaan nog tijden heeft gelopen. Ik voelde me uiteindelijk vooral vereerd en dankbaar dat ik zo een katalysator en boodschapper had mogen zijn van details waar ik voordien geen weet van had en die er blijkbaar zo toe deden. Innerlijk stelde ik me beschikbaar voor vaker en meer als dat nodig en handig zou blijken.

Aldus geschiedde!


Doodgewoon weer Augustus

Posted on August 30, 2009 by Carolien Geurtsen

Vandaag zou het de verjaardag van mijn moeder geweest zijn als ze nog leefde.

Het is nu  twee jaar en een week geleden dat ze op vrij dramatische wijze overleden is. Ze was alleen thuis en kreeg midden in de nacht een hartaanval, belde 112 en stierf tijdens dat gesprek. terwijl de centrale probeerde haar te laten zeggen waar ze woonde. Ik ben nog steeds verbijsterd dat daar geen automatisch trace system voor bestaat via nummer herkenning,  maar dat terzijde. Ze waren toch niet op tijd geweest vermoed ik.  Ik mis haar dagelijks en ik kan er  ook goed mee zijn dat ze er persoonlijk niet meer is.

Ik mis haar niet omdat het overal en heel vaak voelt alsof ze er gewoon nog is, sterker nog, dat is hoe ik haar ervaar: omni-aanwezig. En als je denkt dat voelen en ervaren hetzelfde is, voor mij  is dat in ieder geval niet zo. Ervaren is dieper, meerdimensionaler, niet op de voorgrond maar alom en compleet.

In het begin was het soms erg schrikken als ik me realiseerde dat ze dood was: “Ze bestáát helemaal niet meer echt, ze is dood!”

Heftig bizar en intens die momenten, en ik barstte dan gerust in huilen uit. Dat was meestal in de Albert Heyn omdat we daar regelmatig samen gingen shoppen. Door de tijd heen is dat verzacht, met af en toe nog flinke schrikdraad-ervaringen.

Tegenwoordig, als ik me redelijk prettig tot zeer goed voel, en haar ineens zo vanzelfsprekend aanwezig ervaar, dan is er op zo’n moment een warme glimlach op mijn lippen en voel ik dat mijn ogen stralen, zo vervullend is die sensatie. Als ik me klote en eenzaam voel – niets menselijks is mij vreemd – dan is er nog steeds een – op zo’n moment licht verdrietige glimlach en verwondering voelbaar en  dan glanzen mijn vochtige ogen. Als ik het intens diepe verdriet van mijn zus zie, ben ik blij en dankbaar met dat ik ben waar ik ben en wie ik ben en met wat ik durf te voelen. Ik voel me rijk met mijn ervaringen.

Evengoed was ik als een kind zo blij en opgelucht, toen ik ruim een jaar geleden voor het eerst eindelijk ook eens over haar droomde, of het in ieder geval kon onthouden. Voor zo een notoire droomonthoudster als ik, had het eindeloos lang geduurd. Ze dacht vast in haar grote alwetendheid van omnipotent bewustzijn, dat ik het niet ‘nodig’ had, zoals ze ook tijdens haar leven altijd wel dacht dat ik me alleen goed kon redden, wat ook zo is. Maar het is prettig en heerlijk om liefde en aandacht te ervaren en af en toe bevestigd te krijgen en niet alleen te weten dat die liefde er is. En een berichtje van gene zijde stel ik altijd zeer op prijs!

De droom was erg ‘matter of factly’ en misschien juist daarom zo prettig:

– In de keuken van het huis in Utrecht waar we vanaf mijn 6e woonden, stond ze een maaltijd te koken voor mijn vader en mij. Mijn zus en broer waren niet in de picture, en – zoals dat in dromen kan gaan – dat deed er ook niet toe. De keuken was nog van vóór de verbouwing, klein en met een granieten aanrecht; mijn moeder ook ongeveer van de leeftijd die ze had toen ik 6 jaar was. Ik was mijn goeie zelf van nu, jong van hart en ouder van leden. Ik vroeg haar waarom ze niet voor haarzelf had gekookt. Ook weer erg matter of factly zei ze: “Omdat ik dood ga”. Die mededeling schokte me niet, wel zei ik tegen haar: “Nou dat is geen reden om tot die tijd niet lekker te eten, ik ga wat voor je maken!” En ik maakte voor haar een maaltijd klaar met zeekraal.

Daar eindigde de droom of in ieder geval mijn herinnering eraan. Ik verbaasde me over de zeekraal, had er wel eens vaag van gehoord maar niet in verband met voedsel of met mijn moeder. Eerder met het bedreigd milieu enzo. Toen heb ik op zeekraal geGoogled en in mijn droom zag het er net zo uit als op de foto’s die tevoorschijn kwamen. “Leuk”, dacht ik nog. Ik heb tenslotte wel vaker helderziende dromen.

Ik heb de droom aan mijn vader verteld. Tussendoor kreeg ik in die week uit heel andere, voedseldeskundige bron, zeekraal geadviseerd als gezond voor mij. Dat vond ik grappig opmerkelijk, gezien mijn droom en de timing. Volwaardig voedsel dus ook nog. Ik voelde me als een vis in het water. Cool.
Mijn vader vond de droom boeiend, keek me verwonderd aan en vertelde dat zeekraal een van haar lievelingssnacks was, die ze regelmatig bij haar visboer haalde, een feit waar ik dus totaal niet van op de hoogte was.

Ik was al tevreden uit de droom wakker geworden de week ervoor en nu begon ik  me nog beter te voelen, een diepe sensatie van tevredenheid breidde zich in me uit en aan mijn vader te merken werkte dat aanstekelijk. Hij was duidelijk ook in zijn sas. Het is dat ik nooit geduimd heb, maar zo knus als ik dat vroeger eruit vond zien, zo voelde ik me nu. Hij vertelde over zijn helderziende dromen van toen hij kind was, waar zijn moder zich het lazerus van schrok. Die lagen dan ook in de orde van grote van: “Tante Mien, die is toch dood?” Terwijl mijn oma van niets wist en een half uur  later een familielid buiten adem op de fiets kwam aanrijden om te vertellen dat tante Mien net was overleden. Mijn vader had zijn vermogens fijntjes leren verbergen door de ontzette reacties van zijn familieleden. Nu haalden we samen bij een kop thee herinneringen op aan zijn vrouw, mijn moeder. Blij ben ik met monze band met mijn verworvenheden, blij dat mijn ouders nooit geschrokken zijn van mijn ‘gekke’ invallen, bizarre voorgevoelens en bijbehorende carriere-pad.

’s Avonds reed ik in mijn auto naar huis, mijn vader nog steeds onwennig alleen achterlatend en zette “Elisabeth slaap zacht ” op, net als nu. Een van de nummers die we ook op haar crematie hebben gedraaid, vandaag twee jaar geleden. “Mam, ik mis je”, zinghuil ik zachtjes mee.

Maar ook:
“Fijn Mam, dank voor je bezoekje, en dank voor de zeekraal tip!” Helend en hartverwarmend. Wat een zegen dit contact! En net als de zeekraal en japans zeewier die we nu elke week wel een keer eten, doodgewoon heerlijk.